Zeggingskracht

Interieur Pastorie, schilderij van Henk Helmantel daterend uit 1987. Bron: www.helmantelschilderijen.nl.

Ik heb mij nooit veel met kunst beziggehouden. Toen een van de redactieleden opperde om voor dit nummer Henk Helmantel te interviewen wist ik niet wie hij was – ik beken dit tot mijn schaamte. Het bezoek aan deze schilder heeft echter iets in mij wakker gemaakt. De afgelopen tijd heb ik regelmatig Wikipedia-pagina’s over allerlei kunststromingen afgestruind. En ik heb me (in vogelvlucht) verdiept in wat de reformatorisch-wijsgerige traditie te bieden heeft op het gebied van kunstfilosofie. Een zeer kort verslag.

Volgens Herman Dooyeweerd is de zin-kern van het esthetische ‘schone harmonie’. Met andere woorden, schone harmonie is de norm waaraan kunst zou moeten beantwoorden en op basis waarvan we haar kunnen beoordelen. Hans Rookmaaker, de eerste kunsthistoricus van de Vrije Universiteit, volgde Dooyeweerd in deze typering en werkte zijn opvatting verder uit.

Henk Helmantel zou zich, vermoed ik, hierin kunnen vinden. Althans, hij zegt in deze Soφie met zoveel woorden dat zijn eigen werk wordt getypeerd door het zoeken naar “harmonie, balans, evenwicht, rust, eenvoud” waarbij vormen, kleuren en atmosfeer “in harmonie met elkaar een spel aangaan”.

De karakterisering van het esthetische in termen van schoonheid en harmonie werd bekritiseerd door Calvin Seerveld, filosoof in dezelfde traditie. Hij vond deze typering te smal. Ook wat niet (op het eerste gezicht) ‘mooi’ of ‘harmonisch’ is, kan kunstzinnige waarde en betekenis hebben. Volgens Seerveld zorgde de norm van schone harmonie vaak onterecht voor een kritische houding ten opzichte van moderne kunst – zeker als zeventiende-eeuwse meesters of kunst uit de klassieke oudheid model stonden voor deze norm. Volgens Seerveld was dan ook niet schone harmonie maar suggestieve kracht (allusivity) kenmerkend voor het esthetische.

Interessant genoeg is ook dit element terug te vinden in ons interview met Helmantel. Ondanks dat hij zelf vooral realistische stillevens en kerkinterieurs schildert, heeft hij waardering voor een breed palet aan stijlen en stromingen. Volgens Helmantel heeft een goed kunstwerk ‘overtuigingskracht’ of ‘zeggingskracht’, omdat het uitdrukking geeft aan iets op een manier die boven het gewone uitgaat.

De zeggingskracht van een kunstwerk is, in mijn ogen, niet louter objectief en ook niet louter subjectief. Hoewel we blijkens de taal de zeggingskracht toeschrijven aan het kunstwerk – namelijk iets dat het heeft – kan het kunstwerk deze toch alleen maar hebben voor degene die het tot zich neemt. De waarheid zit dus ergens in het midden: er gebeurt iets tussen het kunstwerk en de aanschouwer. Daarbij spelen karakter, kennis en ontvankelijkheid allemaal een rol.

Het mooie van de kunst van Helmantel is dat zij heel toegankelijk is. Je hoeft geen kenner te zijn om het te kunnen waarderen. De schoonheid ervan geeft zich op een directe manier. En het kan dus – gezien mijn eigen ervaring – een startpunt zijn om je voor kunst te gaan interesseren.