Volgens Augustinus was geluk is iets van de ziel, van de ratio en van de eeuwigheid. In onze postmoderne tijd zijn de voorstellingen precies omgekeerd: geluk is vooral iets van het lichaam, van de emotie en van vóór de dood. Voorbij deze uitersten zoekt Willem Maarten Dekker naar een christelijk perspectief op geluk als iets dat meer is dan genot, maar minder dan eeuwige zaligheid. ‘“Wij willen gelukkig zijn.” Nauwelijks had ik die woorden uitgesproken of ze vielen me allen eensgezind bij.’ Dit citaat uit Augustinus’ boekje De beata vita (Het gelukkige leven) is nu nog even herkenbaar als toen. Alle mensen willen gelukkig zijn. Over een natuurlijk godsverlangen kun je nog discussiëren, maar over een natuurlijk geluksverlangen eigenlijk niet.
