Theoloog des Vaderlands Samuel Lee – ‘Vrijheid doe je samen’

We staan dit jaar stil bij 75 jaar vrijheid. Theoloog des Vaderlands Samuel Lee – gevlucht uit het Midden-Oosten – woont al bijna veertig jaar in Nederland. Hij heeft de vrijheid hoog, ook al wordt onze bewegingsvrijheid ingeperkt door het coronavirus. Hoe vrij is Nederland als de vrijheid van meningsuiting wordt gebruikt om mensen met een andere cultuur belachelijk te maken? En zegt de Bijbel iets over vrijheid waar we anno 2020 wat aan hebben?

In de eerste hoofdstukken van de Bijbel wordt verteld dat God hemel en aarde schiep en dat Adam en Eva in paradijselijke vrijheid leefden in de tuin van Eden. Eén ding mochten ze niet: eten van de boom van de kennis van goed en kwaad – dan zouden ze sterven. Maar ze deden het toch, zegt Genesis 3. Een greep naar vrijheid – met grote consequenties.

Zo’n vier miljoen Nederlanders en ruim twee miljard mensen wereldwijd noemen zich christen. Zij spiegelen hun leven aan de Bijbelverhalen. Ze lezen over Eden en over de bevrijding van het volk Israël uit de slavernij. Eeuwen later mocht datzelfde volk opnieuw de vrijheid in, zeventig jaar nadat ze voor straf naar Babel waren gedeporteerd. Weer eeuwen later leefde en stierf Jezus van Nazareth om mensen te bevrijden van hun zonden (Matteüs 1:21).

De kwestie of de Bijbel door deze verhalen een boek van bevrijding is, leggen we voor aan Samuel Lee. Hij is migrantenvoorganger in Amsterdam en een van de vaste blogschrijvers van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG). Ook is hij directeur van het Center for Theology of Migration aan de Vrije Universiteit, in opdracht van SKIN (Samen Kerk in Nederland). Op de NBG-site debijbel.nl vertelde hij zijn bekeringsverhaal onder de titel: ‘De Bijbel is een gevaarlijk boek’.[1]

Als Theoloog des Vaderlands (van november 2019 tot november 2020) was hij in het publieke domein ambassadeur van de theologie. Hij bezocht het aardbevingsgebied in Groningen en trad regelmatig op in de media, ook buiten christelijke kring, bijvoorbeeld in het Parool en de Volkskrant. In het tv-programma Jacobine sprak hij zich in september uit over vluchtelingen, wat hem reacties opleverde als ‘rot op naar je land’. Hij wil bruggenbouwer zijn, tussen autochtone christenen en de migranten-christenen, tussen christenen en andersgelovigen, atheïsten en agnosten.

 

Je was net op dreef als Theoloog des Vaderlands toen het coronavirus ons in zijn greep kreeg.

”Inderdaad. Het coronavirus heeft letterlijk en figuurlijk onze bewegingsvrijheid beperkt, terwijl die toch is vastgelegd in artikel 13 van de Universele Rechten van de Mens’, zegt Samuel Lee. ‘Wat vanzelfsprekend leek, is ingeperkt of zelfs verboden, zoals reizen naar bepaalde landen. Het Nederlandse paspoort, waarmee je vrijwel overal kunt inreizen zonder visum, is nu zogezegd in quarantaine. Misschien kunnen we juist nu begrijpen hoe vluchtelingen en staatlozen zich voelen.”

 

Kom je in de Bijbel vergelijkbare situaties tegen?

“Vroeger waren er geen virologen en waren virussen onbekend. Mensen dachten meer in termen van rein en onrein. Maar als we in sommige Bijbelteksten het woord ‘onrein’ vervangen door ‘besmet’, herkennen we wel wat. In Leviticus 11 staan bijvoorbeeld regels over rein en onrein eten en de consequenties daarvan: “Als een dier van je vee doodgaat, dan is iedereen die dat dode dier aanraakt tot de avond onrein. En als iemand van het dode dier eet, moet hij zijn kleren wassen en is hij tot de avond onrein. Als iemand het dode dier opraapt, moet hij zijn kleren wassen en is hij tot de avond onrein.” Dat is gewoon een ontsmettingsmaatregel. In hoofdstuk 13 staan hygiënevoorschriften rondom huidziekte. Wie zo’n ziekte heeft, heet onrein, of in termen van vandaag: besmet. Hij of zij moet apart gaan wonen, een doek voor zijn mond doen en roepen: “Onrein!” Ook al zijn deze regels duizenden jaren oud, ik herken ze wel tijdens deze coronacrisis.”

 

Dan nu naar het begin van de Bijbel. In Genesis 3 wordt het eten van de verboden vrucht door Adam en Eva negatief beschreven, als ongehoorzaamheid aan God, met ellendige gevolgen. Moderne denkers zien in die ‘zondeval’ iets goeds: door die daad werd de mens vrij.

“We komen in de problemen als we beginnen bij Genesis 3’, vindt Samuel Lee. ‘Bij het verhaal dat we hebben gezondigd tegen het goddelijke verbod, en dat de mens daarom slecht is. De Bijbel begint met Genesis 1, de schepping van de wereld ‘uit het niets’ (creatio ex nihilo), zoals het vaak gezegd wordt. Ik – en ik niet alleen – zeg liever dat het geen creatio ex nihilo was, maar creatio ex amore, schepping uit liefde. God maakte alles, ook de mens, uit liefde, en zei dat het goed was. Het menselijke verhaal begint niet met slechtheid, maar met goedheid. Daarom begint voor mij vrijheid bij de schepping, niet bij de val.”

 

Als alles goed was, zijn we dus ook als vrije mensen geschapen?

“Vrijheid begint altijd met gemaakte afspraken. Afspraken mét grenzen. Vrijheid is niet alles kunnen doen wat je maar wilt. Vrijheid is het samenleven van mensen met sociale en morele afspraken. Een sociaal contract, zoals de achttiende-eeuwse Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau het noemde. Die afspraken houden in dat mensen elkaar respecteren en hooghouden. Dáár begint vrijheid!

Menselijkheid houdt in: je mag alles doen, je mag alles aanraken, alles benoemen, maar er is één boom – of je dat verhaal uit Genesis 3 nou symbolisch opvat of letterlijk – waar je niet aan mag komen. God gaf via dat verbod om de vruchten van die boom te eten aan: “Let op, er zijn wel grenzen.” Grenzen aan hebzucht, bijvoorbeeld. Persoonlijke vrijheid begint met gemaakte afspraken met God, jezelf en je medemens. Die bakenen het speelveld af. Het schenden van deze afspraken is naar mijn mening het begin van zonde. Zonde is het schenden van de vrijheid. Het verbreekt je harmonie met God, met jezelf en met je medemens.

Die vrijheid-binnen-grenzen geldt ook voor onze omgang met de natuur. God stelde de mens aan om te ‘heersen’ over de natuur, zegt Genesis 1. Het gaat hier om goed beheer, rentmeesterschap, niet om machtsuitoefening. Je kunt dus niet doen met de natuur wat je maar wilt. En ook niet met mensen die heel anders zijn dan jij. Dat is geen vrijheid. Die boom uit het paradijs is een symbool dat ons wil zeggen: vrijheid is mooi, maar heeft grenzen. Je moet de vrijheid delen met anderen.”

 

Vrijheid is in onze samenleving: zelf bepalen wat je zegt en doet, en autonoom zijn: doen wat je wilt. Soms wordt er nog wel aan toegevoegd: zolang het de ander niet schaadt.

“Die toevoeging “zolang het de ander niet schaadt”, dáár gaat het om. Er is een grens aan. Dat is precies wat die boom uit het paradijs ons wil zeggen. Vrijheid moet je altijd delen met elkaar. Als je een ander schaadt, is dat een negatieve vorm van vrijheid.”

 

Ik kwam het woord ‘vrijheid’ 67 keer tegen in de Bijbel (Nieuwe Bijbelvertaling) en ‘bevrijden’ en ‘bevrijding’ 225 keer. Best belangrijk dus.

“De Bijbel vertelt het verhaal van het Joodse volk, als prototype, als voorbeeld en inspiratiebron voor andere volken. Het Joodse volk ontstond binnen een imperium, het oude Egypte, en op een gegeven moment voelden de machthebbers van dat imperium zich daardoor bedreigd. Het gevolg was discriminatie, racisme en onderdrukking. Daaruit werd het volk Israël bevrijd onder leiding van Mozes. Israël mocht vertrekken naar een eigen land met een eigen staat. En juist toen gaf God met klem de Israëlieten mee dat ze nooit mochten vergeten dat ze zelf onderdrukt waren geweest en daarom anderen ook niet mochten onderdrukken; dat ze zelf vreemdelingen waren geweest, en dus migranten niet mochten onderdrukken (Exodus 22:20). God gaf allerlei regels over hoe Israëlieten moesten omgaan met elkaar én met vreemdelingen. Ook daar zie je weer het belang van afspraken. Dit verhaal is sinds eeuwen een inspiratiebron voor talloze andere volken die onderdrukt werden en worden.”

 

Is het de Israëlieten gelukt om met die afspraken een land zonder onderdrukking op te bouwen?

“Nou, er ging helaas toch wel van alles mis. Daarom hadden de profeten uit latere tijden het altijd over gerechtigheid. Vrijheid en gerechtigheid zijn broer en zus. Waar vrijheid is, is gerechtigheid; waar geen gerechtigheid is, is geen vrijheid. De profeten hebben de Joodse koninkrijken Juda en Israël continu bekritiseerd omdat er niet gezorgd werd voor de weduwen, de wezen, de migranten en de armen. Beide koninkrijken zijn gevallen en de inwoners zijn weggevoerd in ballingschap. Dat was een oordeel van God, zeiden de profeten.”

 

Toch mochten de Joodse ballingen na zeventig jaar weer terug naar hun eigen land.

“Die gebeurtenis is heel belangrijk. Nadat Babylon was veroverd door de Perzische koning Cyrus de Grote (in 539 voor Christus, PS), mochten alle gedeporteerde volken terug naar hun eigen land. Dat besluit is opgetekend op de zogenaamde ‘Cyruscilinder’: een cilinder van klei met die proclamatie van Cyrus. Deze verklaring wordt wel beschouwd als een van de verre voorlopers van de rechten van de mensen. Cyrus heet in het Oude Testament koning Kores en wordt zelfs ‘gezalfde van God’ genoemd, een soort Messias dus (Jesaja 45:1). Dat is nogal wat!’

Lee wijst naar zijn bureau: ‘Kijk, een replica van die Cyruscilinder staat op mijn bureau. Het origineel berust in het British Museum.”

 

Een paar eeuwen later werd het Joodse land bezet door de Romeinen. Hoe stond het ervoor met de vrijheid in de tijd dat Jezus werd geboren?

“Niet best. Juist daarom is het veelzeggend dat Jezus’ optreden begon met het verkondigen van vrijheid! Lucas 4:16-19 vertelt dat Hij in de synagoge in Nazaret voorlas uit Jesaja 61, een tekst die terugwijst naar het jubeljaar uit Leviticus 25: elk vijgtigste jaar moesten slaven worden vrijgelaten, schulden worden kwijtgescholden en kregen de oorspronkelijke eigenaren hun land terug.

Jezus zegt dan in Lucas 4 over zichzelf: “De Geest van de ​Heer​ rust op mij, want hij heeft mij ​gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een ​genadejaar​ van de ​Heer​ uit te roepen.”

Zijn preek was dus een boodschap van vrijheid voor iedereen! Vrijheid niet alleen voor de Joden, maar ook voor bijvoorbeeld de Samaritanen (een religieuze gemeenschap met andere rituelen dan de Joden, die ook in Palestina woonde, red.). Daarom raakte Hij in conflict met de farizeeën, die zichzelf zagen als de enige echte orthodoxe Joden. Jezus pakte hun manier van denken keihard aan: hun exclusiviteit en zelfverheffing. En dat terwijl Hij zelf geboren was in het onbetekenende Betlehem en opgegroeid was in een uithoek van het land.”

 

Wat voor vrijheid bedoelde Jezus toen Hij in die synagoge preekte?

“Volgens mij bedoelde Hij vooral geestelijke vrijheid, innerlijke vrijheid. Wanneer je innerlijk niet vrij bent, kun je ook niet vrij leven. Racisme bijvoorbeeld kun je wel bestrijden met wetten, maar daarmee raak je het niet kwijt. Het zit in de harten van mensen. Om daar vrij van te worden, moet je eerst innerlijk bevrijd worden, een soort hartoperatie ondergaan. Je moet bevrijd worden van wat jou bindt. Dat kan een traditie zijn die onderdrukkend werkt of die je oogkleppen oplevert. Dan is het opvallend dat Jezus ons leert bidden: ”Onze Vader in de hemel” en niet “Mijn Vader in de hemel”. Dat is een bevrijdend statement van jewelste! Jezus zegt daarmee dat God niet alleen jouw Vader is, maar onze Vader, dus ook de Vader van de Samaritanen en de Grieken. En in onze tijd ook van de moslim en de boeddhist. Hij houdt van iedereen!”

 

Wat kan onze vrijheid belemmeren?

“Daar staat het Onzevader vol mee. “Geef ons vandaag ons dagelijks brood”: dat gaat over ons economische systeem en onze hebzucht. Ons dagelijks brood, meer niet. Daar hebben we die boom uit Genesis weer: ga niet verder dan wat je nodig hebt, praktiseer geen hebzucht. “Vergeef ons onze schulden”: dit doet mij beseffen dat zonde niet alleen iets persoonlijks is, maar ook iets collectiefs. Het zit ook in beknellende systemen, culturen en omgangsvormen.

Dat soort systemen doorbrak Jezus voortdurend. Johannes 4 vertelt bijvoorbeeld dat Hij een Samaritaanse vrouw ontmoette bij een bron. Een ontmoeting met een dubbel probleem: zowel met een vrouw als met een Samaritaan mocht Jezus als Jood niet omgaan. Toch vroeg Jezus haar om water voor Hem te putten. Denk je echt dat Jezus water nodig had? Als dat zo was, had Hij het best zelf kunnen putten. Nee, Hij stelde die vraag om dwars door die culturele en religieuze blokkade te breken. Dat was bevrijdend.

Zo ging Hij ook om met melaatsen, de outcasts van die tijd, vergelijkbaar met mensen van nu die het coronavirus hebben. Wat een angst voor Chinezen en Japanners kwam er naar boven! Angst kan mensen gevangenhouden. Angst voor anderen kan gevoed worden door tradities of leefregels die op zich goed zijn maar verkeerd toegepast worden. Door die angst gun je de ander z’n vrijheid niet. Vrijheid is altijd gedeeld, nooit iets van één mens of één groep tegenover de ander. Als je op die manier de Bijbel leest, kom je elke keer tot nieuwe inzichten.”

 

Is daarmee alles gezegd over vrijheid in de Bijbel?

“Nee, ik wil het nog hebben over de apostel Paulus. Die schrijft in 1 Korintiërs 10:23: “U zegt: ‘Alles is toegestaan.’ Zeker, maar niet alles is goed. Alles is toegestaan, maar niet alles is opbouwend. Wees niet op uzelf gericht, maar op de ander.” Dit is een van mijn favoriete Bijbelteksten. Dit ademt vrijheid! Deze uitspraak vat alles samen wat ik weet over vrijheid en over Jezus. Is het opbouwend om een cartoon te maken van een profeet van het geloof van iemand anders? Om het geloof van anderen belachelijk maken om je vrijheid van meningsuiting te demonstreren? Ik vraag het me af. Maar ik zeg er meteen bij: dat geldt voor beide kanten. Migranten moeten beseffen: “Ik ben nu in Nederland en hier gelden grenzen en vrijheden die ik moet respecteren.” Daar komen we weer bij de boom uit Genesis. Als jij als migrant hier in Nederland je tempel of moskee mag bouwen, gun mij dan dat er in jouw land een kerk gebouwd mag worden; sta dan bijvoorbeeld ook naast een christen of een andersgelovige die vervolgd worden in jouw land.”

 

Bedoel je dat moslims dus gewoon moeten accepteren dat we elkaar in Nederland een hand geven bij de begroeting?

“Niet per se. Ook degene die de hand uitsteekt kan respecteren dat de ander dat niet wil. Het is goed om na te gaan of het wel of niet schadelijk is om over de grens te gaan van de vrijheid van de ander. Als je vriendschap wilt opbouwen, kan het nuttig zijn om te respecteren dat de ander je geen hand geeft. Maar dat geldt ook voor die ander. Ook die moet nadenken of hij jouw vrijheid dient. Je moet van beide kanten geven! Iemand zei een keer tegen me dat we in Nederland hoofddoeken zouden moeten verbieden. Ik zei tegen hem: “Dat kan een wet opleveren die élk religieus symbool verbiedt. Dus ook jouw kruisje of jouw duif. Wil je dat? Je graaft een kuil voor een ander en valt er zelf in.” Het lijkt mij beter om samen de vrijheid te delen.”

 

Moeten we dan alles maar tolereren in ons land?

“Zeker niet. Juist daarom zijn morele en wettelijke grenzen nodig. We moeten eerst weten wat onze eigen grenzen zijn. En daarna moet er van beide kanten de welwillendheid zijn om uit te zoeken hoe de vrijheid van de een niet schadelijk zal zijn voor de ander. Als op een school christelijk of islamitisch extremisme wordt onderwezen is dat schadelijk. Dat moeten we niet tolereren. Ik heb Joden en moslims onder mijn vrienden, maar vrijheid doe je sámen. Je kunt vrijheid niet dicteren of dwingend aan iemand opleggen. Vrijheid kan niet bestaan als daarmee iemand anders pijn lijdt. Vrij ben je samen – of je bent het niet!”

 

Sinds de jaren zestig is in de westerse wereld individuele vrijheid voorop komen te staan. De vrijheid om bijvoorbeeld anders geaard te zijn of je anders te gedragen dan de mensen om je heen.

“Individuele vrijheid staat nooit los van de vrijheid van de gemeenschap. Mensen zijn kuddedieren; ze leven niet op een eiland. Individuele vrijheid is een modern verschijnsel, maar de koppeling tussen individu en gemeenschap is er al in het Nieuwe Testament. Toen mensen tot geloof in Jezus kwamen uit andere volken dan het Joodse volk, ontstonden er spanningen. Moesten zij besneden worden of niet? Moesten ze zich aan regels houden over rein en onrein eten of niet? Paulus liet het vrij. Wie het wil doen, moet het vooral doen, zei hij, maar houd rekening met elkaar. Als jouw overtuiging en gedrag je naaste pijn doen, doe het dan even niet. Misschien ben ik naïef of idealistisch, maar als we dat in ons land zouden doen als ‘nieuwe’ en ‘oude’ Nederlanders, zou Nederland er mooier uitzien.”

 

Dat kan zijn, maar vrouwen in de tijd van de Bijbel waren toch behoorlijk onvrij?

“Dat klopt. Wanneer je het Oude Testament leest kun je die indruk krijgen. Ik moet dus helaas zeggen dat de Bijbel ook gebruikt kan worden voor onderdrukking. Mensen met kwade bedoelingen kunnen genocide op andere volken legitimeren met de verhalen uit het Oude Testament. Ik lees deze verhalen als geschiedschrijving, opgetekend door schrijvers. Daarom betwijfel ik of God die genocide bevolen heeft. God zegt immers ook “Gij zult niet doodslaan.” Dat strookt niet met een goddelijke moordopdracht. Ik zie hier de menselijke factor in de Bijbelverhalen. Ook een terrorist als Osama Bin Laden zou zeggen dat het Gods wil was dat hij de Twin Towers liet instorten. Maar dat is nou net de vraag.”

 

Er staan ook andere verhalen in het Oude Testament. Neem 2 Koningen 6, waar een vijandig leger door de koning van Israël afgeslacht dreigt te worden. Totdat de profeet Elisa zegt: ‘Nee, geef ze te eten en te drinken en laat ze naar huis gaan’.

“Precies. En, veelzeggend: deze profeet ging daarmee in tegen de heersende opinie. Zo’n geluid is ook in onze tijd nodig. Ook nu doen mensen van alle religies in Gods naam anderen pijn en doen ze hen onrecht aan.”

 

Toch heeft de kerk door de eeuwen heen mensen onderdrukt. De Saksen moesten zich gedwongen bekeren, er waren kruistochten tegen moslims, priesters en dominees oefenden macht uit, voorbehoedsmiddelen mochten niet. Is de Bijbelse boodschap dan wel zo bevrijdend?

“Het is geen rocket science om te begrijpen dat er in West-Europese landen een afkeer van religie is ontstaan. De macht van de kerk, de macht van de Bijbel – “dit zegt de Bijbel erover, dus zo is het” – fundamentalistische neigingen: dat alles heeft ertoe geleid dat mensen denken: “Er is niks veranderd, bekijk het maar met je geloof.”

Denk ook eens aan de zending en missie uit de afgelopen eeuwen. Daar zat een koloniale houding in: “Wij zullen de mensen in Verweggistan beschaving brengen, wij vertellen hun wat het evangelie is en wie God is.” Denk ook aan de slavernij. Sommige christelijke organisaties lieten destijds de Bijbelteksten over het vrijlaten van slaven weg uit hun bijbeleditie. Die teksten waren een bedreiging voor hun business. Zo’n bijbel ligt in een museum in Washington[2] Voor alle religies geldt: als je niet uitkijkt, kun je de tekst van je heilige boek op foute manieren gebruiken.”

 

Wat moet er gebeuren om de bevrijdende kracht van de Bijbel weer boven water te krijgen?

“We moeten naar elkaar luisteren. De schrijvers van bijvoorbeeld de Nashvilleverklaring hebben het recht om zich kritisch uit te laten over bepaalde tendensen. Maar het maakt uit hoe je je kritiek verwoordt. De lading van deze verklaring veroorzaakte pijn bij een grote groep mensen. Daar heb ik moeite mee. Vrij zijn betekent geven en nemen, over en weer, en dat gebeurt vaak niet. Ook niet tussen orthodoxe en vrijzinnige christenen.

In de sociale media lees ik soms berichten als: “duizend moslims zijn christen geworden. Prijs de Heer!” Mij irriteert dat. Er zijn duizend mensen tot geloof in Jezus gekomen. Het feit dat je ze moslims noemt, verraadt dat je concurreert met hun religie, dat je daar mogelijk een aantal vooroordelen over hebt en denkt: “Zie je wel, wij hebben ze bekeerd. Wij zijn beter.”

Hetzelfde bezwaar heb ik tegen de term “Joods-christelijke traditie”. Niet zo lang geleden hadden we het over onze “christelijke” traditie. Met die nieuwe term zetten we ons af tegen de islam. Maar waarom? Moet je per se, als je van Joden houdt, moslims haten? Moet je, als je van moslims houdt, Joden en christenen haten?”

 

Hoe vier jij 75 jaar vrijheid?

Ik ervaar vrijheid nooit als vanzelfsprekend. Vrijheid heeft altijd een prijs, ze moet altijd geclaimd worden. Voor onze vrijheid hebben mensen gevochten en hun leven gegeven. Daarom moeten we waakzaam zijn, onze vrijheid met elkaar delen, en tegenstellingen als rechts-links overbruggen. Wie houdt van het vrije Nederland hoeft andere samenlevingen toch niet te haten? Rechts heeft toch niet het alleenrecht om van Nederland te houden? Gun elkaar ruimte.’

 

Drs. Peter H. Siebe is historicus en werkt als persvoorlichter en eindredacteur bij het Nederlands Bijbelgenootschap.

 

[1] (https://debijbel.nl/bericht/de-bijbel-is-een-gevaarlijk-boek).

[2] Zie het filmpje ‘The Slave Bible: Part One’, geüpload door Museum of the Bible op YouTube.