In het nieuwe kabinet-Rutte zitten twee partijen met een C in hun naam, met een nadrukkelijk christelijk geïnspireerde politieke filosofie. Wat zou hun focus moeten zijn in dit kabinet? In ieder geval zouden ze zich sterk moeten maken voor onze rechtsstaat, vindt Geert Jan Spijker. Dat betekent hoe dan ook een begrensde overheid die ruimte laat voor – ook diepe – verschillen. Dat is nog niet gemakkelijk in een kabinet waarin zowel secularistische als populistische neigingen vlak onder de oppervlakte liggen (en in de diverse komende verkiezingsperiodes zomaar naar boven kunnen komen…).
Misschien is het typisch iets voor juristen, die aandacht voor de rechtsstaat. Juristen houden immers van orde, van regels, van grenzen. De dingen moeten ordentelijk verlopen, met duidelijke procedures. Maar misschien is die aandacht voor de rechtsstaat ook wel iets wat typerend is – of zou moeten zijn – voor christenen en voor christelijke politiek. De overheid is belangrijk, is iets goeds, maar daarmee is niet alles gezegd. Er gaat ook altijd een dreiging van haar uit. In de overheid wordt macht geconcentreerd. En dan is het altijd oppassen geblazen. De mens heeft het in zich te heersen over anderen – Augustinus sprak al over de libido dominandi, de lust tot heersen. En de gereformeerde vrijheidsstrijder Abraham Kuyper zei recenter, zo rond 1900: de staat is genadegave en gevaar. De overheid is er om de burger te beschermen, maar ze kan ook als een woekerplant de samenleving – even in mijn eigen woorden – ‘de levensadem benemen’.
Klinkt dit abstract? Als iets uit de boeken? Als we de wereld bezien kunnen we constateren dat ‘de staat’ op veel plekken grenzeloos is, zich althans niet begrensd weet. We kunnen daarvoor kijken naar landen in Afrika, waar politici ongehinderd van de staat stelen en politieagenten aangiftes van burgers slechts tegen betaling accepteren. Maar we kunnen ook dichter bij huis blijven, in Europa. Neem bijvoorbeeld Polen, waar afgelopen zomer de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht – de hoeksteen van de rechtsstaat ‒ flink onder druk is gezet. Het gaat dus ergens over: kunnen we veilig en vrij leven in ons land? De vraag is nu natuurlijk hoe het met onze eigen, Nederlandse rechtsstaat gesteld is. Om die vraag te kunnen beantwoorden moeten we eerst preciezer kijken naar wat een rechtsstaat eigenlijk is.
Wat is een rechtsstaat?
Cruciaal voor een rechtsstaat is dat iedereen gebonden is aan het recht. Of je nu Mark Rutte heet of Aart Deddens, Gert-Jan Segers of Gerrit Glas: allen zijn we gebonden aan het recht, allen staan we onder de wet. In een rechtsstaat zijn machtige en machteloze, politicus en filosoof, bankdirecteur en zwerver, gebonden aan het recht. Iedereen is voor de wet gelijk. De overheid en haar macht worden dus door het recht begrensd. Al wat de overheid doet moet gebaseerd zijn op de wet. Er zijn principiële grenzen aan het overheidsoptreden. Grondrechten als de vrijheid van godsdienst, van vereniging, van meningsuiting laten aan de burger een vrije ruimte. Ook afwijkende, ‘gekke’ minderheden moeten kunnen leven zoals ze dat willen. In een rechtsstaat is ruimte voor diepe verschillen. Om die ‘gevaarlijke’, soms al te gretige overheid in te perken is het vervolgens van groot belang dat haar machten gescheiden – of beter: gespreid ‒ zijn. Er moet een evenwicht zijn tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Essentieel daarbij is dat die laatste, de rechterlijke macht, onafhankelijk is. Politici moeten zich daar niet te veel mee bemoeien, wat van hen de nodige zelfbeheersing vraagt. Goed om op te merken is dat een rechtsstaat niet hetzelfde is als een democratie. Een rechtsstaat betekent dat de overheidsmacht begrensd is; democratie daarentegen gaat over volksinvloed, het volk regeert. Formeel kan een rechtsstaat dus zonder democratie. Sterker, een democratie kan een gevaar vormen voor de rechtsstaat. Een democratische meerderheid kan de rechtsstaat om zeep helpen en minderheden gaan onderdrukken, bijvoorbeeld door hun bepaalde grondrechten te ontzeggen.
Bedreigingen voor onze rechtsstaat
Het is dus van belang scherp te blijven. De rechtsstaat overleeft niet vanzelf, is in beweging en vergt onderhoud. Voor je het weet zijn de fundamenten van het huis van de rechtsstaat aangetast, bladderen de kozijnen van de Tweede Kamer af en is er lekkage bij de rechterlijke macht.
Verder lezen?
De verdere inhoud van dit artikel of deze pagina is voorbehouden aan onze abonnees (u kunt hier inloggen).
Bent u nog geen abonnee, vraagt u dan een proefnummer aan, of registreert u zich direct online voor een abonnement.