Het motief van de ‘gouden keten’

Aristoteles’ vader was als hofarts werkzaam voor koning Amyntas van Macedonië. De latere koning Philippus II had voor de opleiding van zijn zoon Alexander de hulp van Aristoteles ingeroepen. Die heeft toen, niet in de hoofdstad Pella, maar in het kleine provinciestadje Mieza, leidinggegeven aan een soort eliteschool. Daar is in ieder geval Homerus goed bestudeerd, want later, toen Alexander de wereld introk om die te veroveren, had hij op zijn veldtochten altijd de tekst van de Ilias van Homerus op zijn nachtkastje, die Aristoteles voor hem had vervaardigd.

De relatie tussen de grote wereldveroveraar Alexander de Grote en de grote filosoof heeft natuurlijk erg tot de verbeelding gesproken. Van Rembrandt is ook een schilderij met als titel ‘Aristoteles staande voor de Portretbuste van Homerus’ bewaard gebleven. Daarop staat Aristoteles afgebeeld met een grote gouden ketting. Van die ketting wordt gezegd dat Aristoteles hem van zijn oud-leerling gekregen had. Het wekt een beetje de indruk alsof Aristoteles misschien te gevoelig was voor blingbling. Maar het is ook mogelijk aan de gouden ketting een diepere en positieve strekking toe te kennen. In Ilias VIII staat namelijk een beroemd gedeelte, waarin de oppergod Zeus alle andere goden tot de orde roept, met de dreiging dat hij veel sterker is dan zij allemaal bij elkaar. Als die andere goden samen aan één kant van een gouden keten zouden trekken, dan zou Zeus in z’n eentje hen allemaal kunnen optillen en aan een van de toppen van de Olympus vastbinden! Die tekst heeft Aristoteles in zijn collegetraktaat Over de Beweging van Levende Wezens uitgelegd alsof Homerus daar al heel goed de volstrekte afhankelijkheid van heel de kosmos ten opzichte van God en zijn kracht had aangeduid. Ook in Over de Kosmos 6 citeert Aristoteles heel subtiel op twee plaatsen die tekst uit Ilias VIII. Dat gaf Alexander bij het lezen stellig een aha-erlebnis. Een anonieme imitator van Aristoteles zou vermoedelijk niet zo subtiel hebben kunnen schrijven. Filosoof A.O. Lovejoy heeft later betoogd dat door de hele geschiedenis van de filosofie het thema van ‘The Great Chain of Being’ aan Aristoteles was ontleend.

Verder lezen?
De verdere inhoud van dit artikel of deze pagina is voorbehouden aan onze abonnees (u kunt hier inloggen).
Bent u nog geen abonnee, vraagt u dan een proefnummer aan, of registreert u zich direct online voor een abonnement.