Zijn geloof en wetenschap altijd op één noemer te brengen? En moet dat eigenlijk wel? Maarten Verkerk laat iets zien van zijn persoonlijke ontwikkeling.
Op mijn veertiende ben ik begonnen met het lezen van boeken die ik niet of slechts ten dele begreep. Ik herinner me nog goed dat ik een natuurkundeboek uit circa 1920 in handen kreeg dat ging over de zwaartekracht. Daarin werd de bekende wet van Newton F = m.a uitgelegd. Waarbij F de kracht is die op een voorwerp wordt uitgeoefend, m de massa van het voorwerp is en a de versnelling. Door te lezen en te herlezen werden de begrippen zachtjesaan wat duidelijker. Maar of ik het echt begreep? In diezelfde tijd vond ik bij mijn opa en oma het boek Uren met Nietzsche (1917); een boek dat uitgegeven was in de serie ‘Boeken van wijsheid en schoonheid’. Het boek was gekocht bij een ‘Ontwikkelings-boekhandel op humanitairen grondslag’ dat de naam droeg De Nieuwe Geboort. Ik ben er meerdere keren in begonnen maar ik moest toch eerlijk erkennen dat die ‘nieuwe geboort’ bij mij niet plaatsvond. Ik begreep het niet. En de strategie van lezen en herlezen werkte niet. Het boek – ik heb het later gekregen – wekt niet de indruk dat het gelezen is. Ook in de jaren daarna las ik alles wat ‘los en vast zat’. Ik las boeken over de evolutie van het heelal, de afkomst van de mens, kunstmatige intelligentie, filosofie et cetera.
Sp.I.R.I.T.U.S.
Op de studentenvereniging ben ik me actief bezig gaan houden met filosofie. Het begon met het boekje van ds. Francke over het vooroordeel in de wetenschap dat tijdens het noviciaat besproken werd. Later werd ik lid van het filosofische dispuut Sp.I.R.I.T.U.S. De toen gezworen eed dat ik nooit zou vertellen waar deze afkorting voor stond, wil ik
Verder lezen?
De verdere inhoud van dit artikel of deze pagina is voorbehouden aan onze abonnees (u kunt hier inloggen).
Bent u nog geen abonnee, vraagt u dan een proefnummer aan, of registreert u zich direct online voor een abonnement.