Verder lezen?
De verdere inhoud van dit artikel of deze pagina is voorbehouden aan onze abonnees (u kunt hier inloggen).
Bent u nog geen abonnee, vraagt u dan een proefnummer aan, of registreert u zich direct online voor een abonnement.
Ordinantiën en Christus’ heilsboodschap – Kuypers visie op de plaats van de vrouw in samenleving en kerk
Kuyper maakte zich sterk voor het stemrecht van de vrouw in de kerk, maar niet voor het politieke stemrecht van de vrouw. Hillie van de Streek verklaart het verschil vanuit de theologie van Augustinus. “De vrouw is een zoo wonder rijk georganiseerd wezen, waarvan, naar Gods ordinantiën, als uit een fontein van levensheil, een stroom van zegen voor geheel onze samenleving kan uitgaan, mits ze haar eigen plaats inneme en niets haar belemmere …” [1] Dit citaat van Abraham Kuyper uit 1907 illustreert treffend zijn denkbeelden over de plaats van vrouwen in de samenleving. De uit het buitenland overgewaaide strijd voor vrouwenrechten bereikte eind negentiende eeuw ook het Nederlandse publieke debat en liet de orthodox protestantse gelederen niet onberoerd.