Het politieke denken van de meeste Amerikaanse christenen is meer gevormd door het Amerikaanse individualisme dan door de Bijbelse visie van ‘gerechtigheid in shalom’, is de stelling van Nicholas Wolterstorff in dit artikel.
Mijn boek Until Justice and Peace Embrace uit 1983 is gebaseerd op de Kuyper-lezingen die ik aan de Vrije Universiteit van Amsterdam in het najaar van 1981 heb uitgesproken. Nu, bijna zesendertig jaar later, is onze sociale wereld heel anders dan die van toen. Ik zou zelfs willen zeggen, dat de veranderingen die hebben plaatsgehad tussen toen en nu beduidend groter zijn dan andere die zich eerder in mijn leven hebben voltrokken. Natuurlijk, u in Europa hebt rechtstreeks de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog ondervonden, en wij in de Verenigde Staten niet.
Oorzaken onrechtvaardigheid
In mijn Kuyper-lezingen van 1981 heb ik het in mijn ogen overkoepelend doel van sociaal, christelijk handelen uitgewerkt; ik heb me afgevraagd wat de grondoorzaken van mondiale onrechtvaardigheid zijn. Ik vond er twee en analyseerde die.
De eerste is nationalisme. Nationalisme is de oorzaak van repressieve discriminatie in grote delen van de wereld. Een gemeenschappelijk doel van nationalistische bewegingen is het verkrijgen van politieke macht met als doel de staat tot ‘hun’ staat om te vormen, waarna ze repressief discrimineren ten opzichte van die mensen in de staat die er geen lid van zijn. Ik analyseerde het Afrikaner nationalisme en zijn effecten in Zuid-Afrika en het Joodse nationalisme en zijn effecten op het Midden-Oosten.
De andere belangrijke oorzaak van onrechtvaardigheid die ik onderscheidde en analyseerde is het mondiale economische systeem. Ik maakte gebruik van de zogeheten wereldsysteem-analyse, die beweert dat het mondiale economische systeem een kern en een periferie heeft en dat in de interactie tussen kern en periferie, de kern welvarend wordt ten koste van de periferie. Die laatste verarmt dus.
Globalisatie
Zoals gezegd, ziet de wereld er vandaag de dag heel anders uit. Niet alleen zijn nu de economieën van de wereld veel meer geïntegreerd dan ze toen waren. De dynamiek van het wereldeconomisch systeem is drastisch veranderd. In 1981 konden wereldsysteem-theoretici op plausibele wijze beredeneren dat de kern van het mondiale economische systeem welvarend aan het worden was ten koste van de periferie. Daarentegen is nu een van de meest opmerkelijke dynamieken van het systeem het verplaatsen van banen in de verwerkende industrieën van de kern naar de gebieden waar de arbeidskosten laag zijn. Dit brengt spanning en verarming teweeg in de gebieden waar de verwerkende industrieën eens bloeiden en nu wegkwijnen. De algemene term voor deze dynamiek is globalisatie geworden.
Automatisatie en ‘elektronificatie’
Aan de globalisatie wil ik een aantal andere ontwikkelingen toevoegen die onze sociale wereld vandaag de dag heel anders maken dan de wereld van 1981 – een tijd die nu heel lang geleden lijkt.
Een van deze ontwikkelingen is de automatisatie. Er was al automatisatie in 1981, maar deze had toen nog geen vlucht genomen. Heden ten dage gaan banen in de verwerkende industrieën in de kern van het systeem niet alleen verloren aan lagelonenlanden, maar ook aan automatisatie.
Een andere ontwikkeling die onze moderne wereld zo heel anders maakt dan hoe ze was, is wat ik – bij gebrek aan beter – elektronificatie zal noemen. Bij deze term denk ik aan de enorme aantallen en variatie in elektronische apparaten die tegenwoordig worden gebruikt, de verschillende vormen van sociale media meegerekend. Net als automatisatie was er ook al elektronificatie in 1981, maar die maakte nog geen furore.
Een derde ontwikkeling, vooral in de westerse wereld, is de toestroom van vreemdelingen, asielzoekers, legale en illegale immigranten en werkzoekenden – vreemdelingen die vaak een andere religie, etniciteit of ras hebben dan die historisch dominant was in hun land van herkomst.
In de vierde plaats is er een grote toename in welvaartsongelijkheid in de kern – in de Verenigde Staten is deze ontwikkeling extremer dan elders.
Ten slotte zijn er nog de gevolgen van de klimaatverandering.
Boosheid
Vooral in de westerse wereld zijn wij nu getuige van het feit dat veel mensen, wanneer ze worden geconfronteerd met deze radicale veranderingen, klagen over hun verloren gegane manier van leven. Men is boos op degenen die men ziet als de verantwoordelijken voor deze veranderingen: de elite, die de veranderingen een halt had kunnen toeroepen, als zij dit had gewild. Zij heeft dit echter niet gedaan, omdat ze profiteert van de veranderingen en de immigranten. Deze aanklacht en deze woede liggen ten grondslag aan de populistische bewegingen die nu door de westerse wereld razen. Teneinde deze populistische bewegingen te begrijpen, moeten we beseffen, dat de woede geen doorsneewoede is, maar morele woede. De aanhangers van deze bewegingen blijven volhouden, dat hun onrecht is aangedaan, dat ze onjuist zijn behandeld door de onverschillige, zichzelf bevoordelende bovenlaag en door de immigranten.
Populist ≠ nationalist
Journalisten in de Verenigde Staten gebruiken de woorden ‘populist’ en ‘nationalist’ vaak door elkaar, wanneer ze verwijzen naar deze bewegingen. Maar de huidige populistische bewegingen zijn heel verschillend van de nationalistische bewegingen die ik heb geanalyseerd in Until Justice and Peace Embrace. Een van de voornaamste verschillen is, dat nationalistische bewegingen de bewoners van een staat verenigen, terwijl populistische bewegingen scheiding brengen tussen enerzijds de elite die zichzelf verrijkt en anderzijds de gewone burgers die worden benadeeld.
Dit, dit is de wereld
De sociale wereld die ik hierboven beschrijf is de wereld die het huidige, westers christelijke denken moet analyseren en beoordelen, en de wereld waarbinnen het huidige, westers christelijk politiek handelen moet plaatsvinden. De uitdagingen waarvoor zowel het analyseren als het handelen staat, zijn enorm.
Rechtvaardigheid borgen
Christelijk politiek denken en handelen nemen, noodzakelijkerwijs, verschillende gedaanten aan in verschillende tijden en plaatsen. Mijn visie is echter, dat het fundamentele, overkoepelende doel altijd hetzelfde is, namelijk het borgen van rechtvaardigheid in de samenleving als geheel – niet slechts strafrechtelijke rechtvaardigheid, maar ook de rechtvaardigheid waarmee leden van de samenleving met elkaar omgaan. In mijn ogen is het legitiem, dat de overheid verder gaat dan het borgen van rechtvaardigheid, en doet wat ze kan om het welzijn, het floreren en de shalom van haar burgers te vergroten – door, bijvoorbeeld, de ontwikkeling van verschillende vormen van infrastructuur – zolang er niemand wordt benadeeld. Maar het borgen van rechtvaardigheid komt op de eerste plaats. Dit lijkt mij het heldere onderwijs van de Schriften te zijn.
Het overkoepelende doel van christelijk handelen in het algemeen, in de politiek en anderszins, is gemeenschappelijke en individuele shalom. “Zoek de vrede voor de stad”, schreef de profeet Jeremia aan de Joodse ballingen in Babylon, “want in haar vrede zult u vrede hebben.” Shalom sluit gerechtigheid in. Het is de taak van de overheid, haar speciale verantwoordelijkheid, om gerechtigheid in de samenleving als geheel te waarborgen.
Waarde en waardigheid
Maar waarom, zou men zich kunnen afvragen, is gerechtigheid toch zo belangrijk? Hierom: de Hebreeuwse – en christelijke – Schriften vertellen ons, dat God gerechtigheid liefheeft en dat God van ons vraagt, dat we Hem in deze liefde voor gerechtigheid navolgen. Voor degenen die de Schriften als gezaghebbend beschouwen, is dit vanzelfsprekend belangrijk. Maar we hoeven niet tevreden achterover te leunen, vanwege dit besliste ‘omdat God het zegt’.
Naar mijn mening – die ik nu, vanwege tijdgebrek, niet kan uitwerken – wordt deze gerechtigheid gegrondvest op de waarde of waardigheid van mensen. Iemand rechtvaardig behandelen past bij de waarde en waardigheid van mensen. Zij die alle menselijke wezens beschouwen als mensen met waarde en waardigheid vinden daarom rechtvaardigheid belangrijk.
Wat is er nodig?
Wat is er nodig om rechtvaardigheid te bewerkstelligen in onze huidige sociale orde, die wordt vormgegeven door populistische bewegingen in antwoord op globalisering, automatisatie, elektronificatie, groeiende inkomensongelijkheid, massamigratie en de effecten van klimaatverandering? Volgens mij is dit de fundamentele vraag die we moeten stellen, wanneer we ons mengen in politieke discussie en politiek handelen.
Ik vermoed dat een aantal lezers van Soϕie de expertise heeft die nodig is om ten minste enkele aspecten van deze reusachtige vraag te kunnen beantwoorden. Dergelijke expertise bezit ik niet. In plaats daarvan wil ik deze inleidende bespiegelingen besluiten met een aantal waarnemingen met betrekking tot de stand van zaken van christelijk politieke discussie en dito handelen in het huidige Noord-Amerika.
Amerikaans individualisme
In de afgelopen acht jaar is in de Verenigde Staten een stevig en vaak stekelig debat gevoerd over de rol van de overheid in de gezondheidszorg. Voor iemand als ik, die gelooft dat de fundamentele, politieke kwestie vandaag de dag de vraag zou moeten zijn, wat gerechtigheid nodig heeft, is het een opvallend gegeven dat geen enkele gekozen ambtsdrager in een debat ooit ‘rechtvaardigheid’ ter sprake heeft gebracht, noch één enkele gekandideerde persoon voor een ambt zulks ooit heeft gedaan. Of, als dit wel het geval is geweest, is het aan mijn aandacht ontsnapt. Het debat werd geheel gevoerd in termen van kosten, individuele vrijheid, vrije markt, wie er belasting zouden moeten betalen en hoeveel, in welke mate verzekeringsmaatschappijen zouden moeten worden gereguleerd, enzovoort. Wat gerechtigheid nodig heeft werd niet in beschouwing genomen.
Je vraagt je natuurlijk af of dit een eigenaardigheid van het debat over de gezondheidszorg was. Dat was het niet. Via kennissen, sociaal historici, ben ik te weten gekomen, dat geen enkel plan met betrekking tot sociaal welzijn – sociale zekerheid, medische zorg voor ouderen en armen, hulp voor kwetsbare kinderen, enzovoort – dat in de afgelopen vijfenzeventig jaar door de Amerikaanse overheid ten uitvoer werd gebracht, is besproken in termen van ‘gerechtigheid’. Ik was ten zeerste verbaasd dit te vernemen. Het lijkt mij dat het debatteren over het al dan niet uitvoeren van dergelijke plannen, roept om bezinning op de vraag wat rechtvaardigheid nodig heeft.
Gedurende ten minste de afgelopen driekwart eeuw, is de idee van rechtvaardigheid vrijwel geheel afwezig geweest in het Amerikaanse politieke debat – behalve met betrekking tot de idee van strafrechtelijke gerechtigheid.
George Klosko, politiek theoreticus aan de universiteit van Virginia, beschrijft in The Transformation of American Liberalism gedetailleerd wat hiervan de reden is.
Verder lezen?
De verdere inhoud van dit artikel of deze pagina is voorbehouden aan onze abonnees (u kunt hier inloggen).
Bent u nog geen abonnee, vraagt u dan een proefnummer aan, of registreert u zich direct online voor een abonnement.