Bij je volle verstand is een apologetisch werk zoals we dat van Keller gewend zijn. De gepensioneerde predikant uit New York argumenteert vooral vanuit de redelijkheid van het geloof. Hij wil laten zien dat het christendom in alle opzichten het meest zinvolle leven biedt – emotioneel, cultureel en rationeel. Zinvol leven betekent dat je een doel hebt in je leven en de zekerheid dat je leven ertoe doet omdat je een doel dient dat boven jezelf uitstijgt. Seculiere mensen ontdekken de zin niet, maar scheppen die. Jezus is de logos, de betekenis achter het universum, de reden waarom er leven is. Deze logos is geen concept, maar een persoon. Alleen het christendom kan een diepe vrede en betekenis schenken die voortkomt uit een zo bewust mogelijk doordenken van je
overtuigingen. De beperkingen van de seculiere rede, de ervaring van transcendentie in de kunst, het bestaan van buitengewone ervaringen die haaks staan op seculiere opvattingen ‒ dit alles verklaart volgens Keller waarom religieuze overtuigingen niet verdwijnen in het seculiere Westen. De hardnekkige gedachte is dat religieuze mensen zich door ‘blind geloof ’ laten leiden, terwijl seculiere mensen zeggen hun atheïsme te kunnen staven door bewijs en rede. Maar zij gaan er a priori van uit, dat het onmogelijk is dat er een God bestaat die ons verstand te boven gaat – en daarom bestaat Hij niet. De christen maakt echter volgens Keller gebruik van rede en geloof om tot zijn overtuiging te komen, net zoals zijn seculiere buurman dat doet. Het westerse secularisme is niet het ontbreken van geloof, maar het aanhangen van ‘een nieuwe set overtuigingen’ over het universum die óók niet te bewijzen zijn.
Het leven heeft dus zin, en lijden kan dat niet van de mens afpakken. Het leven geeft voldoening, ongeacht de omstandigheden, aldus Keller. Hij keert zich tegen de ongebonden vrijheid die afbreuk doet aan gemeenschap en relaties. Jezus komt naar alle mensen persoonlijk toe met het aanbod om hun diepste verlangens en grootste ambities te vervullen. Maar Hij pakt hun overtuigingen en manier van leven aan en zegt dat ze bezig zijn geweest om die verlangens op totaal verkeerde manieren te vervullen. Keller merkt op dat een van de unieke dingen van het christendom is dat het de enige wereldwijde religie is (veel meer nog dan de islam). Het maakt tegelijkertijd culturele diversiteit mogelijk. Zonder religie is er ook geen moraal of morele waarheden c.q. verplichting tot een verantwoordelijk leven, betoogt Keller. Zonder geloof in objectieve morele feiten is het onmogelijk om daadwerkelijk structureel gerechtigheid te bevorderen. Religieus geloof in God is de beste basis en fundering voor mensenrechten. Keller zegt dat alle argumenten die hij in zijn boek doorgeeft, niet zó sterk zijn dat ze geloof afdwingen, maar ze maken het wel alleszins redelijk om te geloven. Sterker nog, het is zelfs redelijker dan het seculiere standpunt en het vergt een minder grote geloofsstap om in God te geloven dan om níét in Hem te geloven. Ten diepste is niet-in-God-geloven ook een kwestie van geloof. Een intrigerend boek dat rijkelijk put uit de wereld van cultuur en filosofie en het christelijk geloof verankert in een omvattende wereldbeschouwing. De grote vraag is echter of seculiere mensen op grond van dit boek de geloofsstap zullen maken. Keller maakt het in elk geval aannemelijk en hij doet dat met grote kennis van zaken.
Naar aanleiding van
Tim Keller, Bij je volle verstand.
Een uitnodiging voor sceptici, Franeker,
2018