Een vonk van menselijkheid

Theo Witvliet vraagt aandacht voor de relevantie van Martin Bubers denken voor het humanisme, met name op het punt van werkelijke ontmoeting tussen mensen onderling en tussen mens en God. Volgens Buber heeft het moderne besef van eenzaamheid de menselijke existentie tot probleem gemaakt. Volgens de Joodse denker kan de mens als individu nooit tot zichzelf komen zonder de ander. De oerzonde van alle religies is de scheiding tussen leven in de wereld en leven in God, tussen het alledaagse leven en het heilige gebied van cultus en religie. Buber ontdekte dat God geen wezen is van wie het bestaan zich objectief laat vaststellen. God is de eeuwige Jij die onder alle omstandigheden een ‘tegenover’ blijft. Waar regels, riten en dogma’s een eigen leven gaan leiden, wordt God onvermijdelijk tot object gemaakt, tot een Het. Dan drukt het geloof niet meer een levende relatie Beluit, maar is het een aannemen van waarheden die van hun vitaliteit zijn beroofd.

Voor Buber is de relatie essentieel voor het mens-zijn. Daarmee breekt hij volgens Witvliet met vrijwel de gehele filosofische traditie. Zijn voedingsbodem is niet de wijsgerige traditie, maar de chassidische beweging en de oude verhalen uit de Hebreeuwse Bijbel. In de chassidische spiritualiteit kan elk ogenblik een moment van verlossing zijn, iets wat iedereen kan bewerken. Het gaat er niet om dat de mens wordt verlost van het kwaad dat in hem is, maar dat het kwaad zélf wordt verlost door integratie met de goede drift die ook in de mens aanwezig is. Buber kan onmogelijk Jezus Christus erkennen als de al gekomen Verlosser, al dicht hij Hem messiaanse trekken toe. Maar Hij is niet de Messias die de wereld voorgoed heeft verzoend en verlost. Als onverbeterlijk humanist blijft Buber er vast van overtuigd dat de vonk van menselijkheid nooit zal worden uitgedoofd. Het boek belicht de actualiteit van Buber in een tijd van toenemend materialisme, van gebrek aan identiteit in een gedigitaliseerde wereld, de stress van zoveel te moeten. Niet het menselijk zelfbewustzijn op zichzelf, maar alleen de relatie maakt geschiedenis mogelijk. Zonder relatie geen menswording. Bubers visie op ontmoeting en dialoog staat haaks op alle actuele vormen van identiteitspolitiek waarin mensen geneigd zijn in een steeds complexere wereld zich terug te trekken in een collectieve identiteit waarin geen plaats is voor een ‘jij’, maar alleen voor een ‘het’, een object of ding. Een boek met mooie toepassingen naar het heden.

 

Naar aanleiding van

Theo Witvliet, Kwaliteit van leven.

Het humanisme van Martin Buber,

Vught, 2017