Comenius, filosoof van de eenheid en harmonie

De werkelijkheid is één. Jan Amos Comenius (1592-1670), filosoof, theoloog, orthopedagoog en diplomaat, zette de grondlijnen van een ‘pansofie’ uiteen, een totaalvisie op de werkelijkheid, waarin wereld, mens en God een intrinsieke samenhang vertonen. Hij benadrukte als christenhumanist de morele en godsdienstige vorming van de mens.

 

Comenius was een uit Tsjechië afkomstige oorlogsvluchteling (hij heette oorspronkelijk Jan Komenský) die de laatste veertien jaar van zijn leven in Amsterdam doorbracht. Hij publiceerde daar vele werken en maakte de stad tot een ontmoetingsplaats voor Tsjechische vluchtelingen in Europa. Comenius behoorde tot de Broedergemeenschap, de nakomelingen van Johannes Hus.

Comenius heeft veel ellende in zijn leven meegemaakt. In de periode van 1618 tot 1648 kromp de Tsjechische bevolking van vier miljoen tot minder dan achthonderdduizend als gevolg van oorlog, epidemieën of het feit dat mensen op de vlucht sloegen. Hij verloor twee echtgenotes en twee kinderen. Ook werden sommige van zijn manuscripten vernietigd als gevolg van oorlogsgeweld.

Comenius was sinds 1648 bisschop in de Broederschap en als zodanig een van haar meest bekende vertegenwoordigers. Hij was vanuit zijn Boheemse achtergrond meer luthers en piëtistisch dan calvinistisch. Calvijns gedachte van de uitverkiezing vond hij ‘verschrikkelijk’ vanwege haar rationalistische argumentatie. Hun conventionele geloofsleven en weinig inspirerende orthodoxie spraken hem niet aan, evenmin als hun intolerantie ten opzichte van andersdenkenden.

Toch bestreed hij fel de cartesiaanse en sociniaanse theologie. Hij erfde de oecumenische gezindheid en devote levensstijl van de Broedergemeenschap. Bij calvinisten bleef hij gewantrouwd vanwege zijn pansofische en chiliastische ideeën om de wereld te verbeteren. Hij zocht een gemeenschap waarin het christelijke met meer overgave, intensiteit en gemeenschappelijkheid werd beleefd, en in praktisch handelen werd uitgedragen.

 

Christenhumanist

Comenius was een echte christenhumanist. Hij bewonderde de schoonheid van natuur, kunst, woord en gezang, de beleving van de harmonie. Hij zag de mens als het schoonste van al het geschapene. Hij argumenteerde vooral vanuit de mens als beeld van God. De natuur legt de zaadjes van kennis, moraal en religie in de mens.

In zijn Allesomvattende onderwijsleer, dit jaar uitgegeven onder verantwoordelijkheid van Henk Woldring, komt ook duidelijk de (erf)zonde naar voren. Het kwaad is verregaand verwoestend werkzaam in de schepping, maar zonder de schepping fundamenteel en in alle opzichten te

Verder lezen?
De verdere inhoud van dit artikel of deze pagina is voorbehouden aan onze abonnees (u kunt hier inloggen).
Bent u nog geen abonnee, vraagt u dan een proefnummer aan, of registreert u zich direct online voor een abonnement.