Bezield onderwijs. Vorming, levensbeschouwing en burgerschap

Vier jaar lang, van 2017 tot en met 2020, schreven Gerdien Bertram-Troost en Siebren Miedema essays over onderwijs voor het Friesch Dagblad. De essays van deze hoogleraar en emeritus hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam zijn nu gebundeld in dit lezenswaardige boek.

Waardevol pleidooi

Terugkerend refrein in het boek is de bedoeling van scholen die de auteurs voor ogen hebben: de eigen, brede persoonsvorming of identiteitsontwikkeling van elke leerling en het leren functioneren in een democratische samenleving, of woorden van gelijke strekking. Waar in visies op goed onderwijs dikwijls nadruk wordt gelegd op ofwel het individu ofwel de samenleving, worden deze in de bundel voortdurend in gezamenlijkheid genoemd en ook met elkaar in verband en in balans gebracht. Bezieling is nodig om als individu en als (school)gemeenschap het goede te zoeken voor mens en samenleving. De auteurs maken er een waardevol pleidooi van voor een breed publiek: leraren, schoolleiders, bestuurders, toezichthouders, aankomende leraren en politici.

Het is een verademing dat het collectieve geheugen over het onderwijs, waarmee het niet zo best gesteld is, in dit boek op diverse plaatsen wordt opgefrist met goede analyses van misvattingen en onwenselijke denkbeelden. Er klinken bemoedigende woorden voor het bijzonder onderwijs. En voor iedere onderwijsprofessional die met hart en ziel wil bijdragen aan de brede vorming van leerlingen. De auteurs pleiten er sterk voor om het onderwijs in te richten in de lijn van de hierboven geformuleerde bedoeling. Er moet ruimte zijn voor het stellen van wezenlijke vragen en het samen zoeken naar (voorlopige) antwoorden. Ook zijn ze helder over het pedagogische en didactische middel om bij te dragen aan de beoogde vorming: dialoog en ontmoeting in de school, als oefeningen in burgerschapsvorming.

Slingeren

Maar wat mag je eigenlijk verwachten van onderwijs? En in het bijzonder: van de leraar? Rondom die vraag werd ik al lezend wat heen en weer geslingerd. In sommige hoofdstukken wordt een flink appel gedaan op de moed van scholen in een tijd van toenemende polarisatie en crises. Zo wordt er een hoofdstuk gewijd aan het ‘spook van het rechts-populisme’ en het belang van interlevensbeschouwelijke en interculturele burgerschapsvorming om te leren omgaan met pluraliteit. Daarvoor is de professionele en persoonlijke inbreng van de leerkracht onontbeerlijk. Leerkrachten moeten, aldus Miedema, weet hebben van de grote religieuze, levensbeschouwelijke en culturele diversiteit en de spanningen die dit op allerlei niveaus kan geven. Zij moeten die verscheidenheid kunnen begrijpen en duiden en in staat zijn te reflecteren op hun eigen levensbeschouwing en culturele positie. Dit moeten ze op pedagogisch en didactisch verantwoorde wijze kunnen delen met hun leerlingen. In een volgend hoofdstuk worden opvoeders en pedagogen, in navolging van onder andere Lea Dasberg en Paulo Freire, ook nog eens gekarakteriseerd als hoopdragers, vervuld van een positief pedagogisch toekomstperspectief.

Bij het lezen van deze hoofdstukken moest ik denken aan leraren die ik spreek over hoe zij proberen inhoud te geven aan vormend onderwijs. Vaak houden zij zelf ook maar net het hoofd boven het onstuimige water. Zij missen tijd om te vertragen en te bezinnen, terwijl er vanuit leerlingen, ouders en de samenleving enorm veel van hen wordt gevraagd. Hoewel de auteurs zelf ook wijzen op deze druk en onrealistische verwachtingen, vergroten ze deze ongewild wellicht zelf in sommige hoofdstukken.

Plek van geborgenheid

Op andere plekken in het boek kom ik wat op adem. Daar is sprake van een mooie combinatie van realisme en hoop. Zo deelt Bertram-Troost onderzoeksresultaten die aantonen dat veel leraren zich bekwaam voelen in het omgaan met diversiteit. “Docenten voelen zich niet allemaal zo machteloos en angstig als media-uitingen ons doen voorspiegelen” (p. 58). Zij wijst op het belang van de school als plek van geborgenheid: een plek waar je jezelf kan zijn, je beschermd en beschut mag weten. Vanuit die basis van geborgenheid kunnen leerlingen vervolgens ook uitgedaagd worden tot dapperheid. In het laatste hoofdstuk werkt zij door het inspirerende voorbeeld van Janus Korczak bijvoorbeeld uit hoe burgerschapsonderwijs echt het verschil kan maken, ook in klassen waar een leraar nauwelijks een gesprek durft te voeren over de Tweede Wereldoorlog of over het belang van vrijheid en democratie. Vanuit een basisverlangen naar een beter leven kun je nu je verantwoordelijkheid nemen om samen te bouwen aan een nieuwe toekomst, vanuit geloof, hoop en liefde.

Ik hoop dat ook de politiek verantwoordelijken die Bertram-Troost en Miedema op het oog hebben deze bundel zullen lezen en ter harte nemen. En dat leraren en andere onderwijsprofessionals de tijd, moed, ruimte, geborgenheid, mildheid en wijsheid mogen ontvangen om zelf bezield te worden en zo bij mogen dragen aan de bezieling van de aan hen toevertrouwde kinderen en jongeren.

Berber Vreugdenhil is onderzoeker bij het Expertisecentrum Onderwijs en Identiteit aan de Theologische Universiteit Kampen | Utrecht.

Bezield onderwijs. Vorming, levensbeschouwing en burgerschap

Gerdien Bertram-Troost en Siebren Miedema

Noordboek 2022

127 pagina’s, €19,90