“Dag na dag jaagt de wind de kalenders, de kranten en de machten weg, en we glijden voort zonder spirituele botten, zonder geheugen, zonder oordeel, achter alle theorieën aan in de stroom van de geschiedenis die voor ons een eeuwig verleden wordt. We moeten iets doen tegen deze ruggengraatloosheid. We moeten de wereld in haar diepte leren kennen, om erin te kunnen leven.” (168)
Dit citaat uit het laatste hoofdstuk van Staan in de wereld van nu typeert de inzet van Ellul. Als christenen willen weten hoe ze in de wereld moeten staan, dan zullen ze die wereld eerst diepgaand moeten leren kennen. Dat is niet eenvoudig, want er zijn machten die ontmaskerd en mythes die doorgeprikt moeten worden.
Revolutionair
Ellul (1912-1994) was een Franse christelijke socioloog die vooral bekend is geworden door zijn boeken over techniek en de invloed daarvan op onze maatschappij. Zijn theologische werk is minder bekend, maar net zo belangrijk om zijn positie goed te begrijpen. Ellul schreef bijvoorbeeld verschillende Bijbelstudies, waarvan er enkele jaren geleden een in Nederlandse vertaling verscheen (De grote stad. Een Bijbels perspectief).
Staan in de wereld van nu is een van Elluls vroegste werken. Toen het in 1948 verscheen, was hij nog maar 36 jaar oud. Veel kiemen van zijn latere werk over techniek, politiek, propaganda en de houding die christenen in deze maatschappij dienen aan te nemen, zijn in dit boek te vinden.
Ellul begint in de eerste twee hoofdstukken met een analyse van de positie van christenen in de wereld. Hun opdracht is niet om zich terug te trekken, maar om actief in de wereld te staan. Daarin zijn ze geroepen om licht en zout te zijn, en als zodanig een teken van Gods koninkrijk. Dat klinkt voor veel christelijke lezers wellicht vertrouwd, maar de manier waarop Ellul dit uitwerk is scherp. Hij schetst de positie van christenen als revolutionair. Niet omdat christenen met macht de huidige orde omver zouden moeten werpen. Ellul verzet zich zelfs tegen het idee dat christenen ernaar zouden moeten streven om de wereld te verbeteren en te kerstenen. Het christendom is volgens Ellul revolutionair, omdat het gelooft in en getuigt van een andere orde. Doordat het denken van christenen is vernieuwd, prikken ze door de moderne mythes heen die zichzelf als revolutionair presenteren, maar in wezen – aldus Ellul – voortzettingen zijn van huidige maatschappelijke structuren.
Ellul verzet zich tegen het idee dat christenen ernaar zouden moeten streven om de wereld te verbeteren en te kerstenen
Doelen en middelen
Wie wil handelen, moet nadenken over wat het doel is en wat passende middelen zijn. Volgens Ellul is echter in de moderne maatschappij de verhouding tussen doelen en middelen verstoord. Dit werkt hij uit in het derde hoofdstuk. Onze tijd lijdt aan verafgoding van de middelen. Alles is een middel geworden, er zijn geen doelen meer. Zo ontleent volgens Ellul de wetenschap haar betekenis niet meer aan het zoeken van waarheid, maar aan het voortbrengen van technische middelen. We zijn echter niet of nauwelijks meer in staat de vraag te stellen naar het waartoe van al die middelen. De middelen rechtvaardigen zichzelf. Dat resulteert erin dat mensen geen meester meer zijn over de middelen. “Zij gaat waar haar voeten haar brengen, een onverbiddelijk monster dat niets kan tegenhouden” (100). Techniek breidt zich uit naar alle domeinen van het leven, het wordt een totalitair systeem. “Staat, natie, ras, proletariaat, arbeid, alle dingen die de politieke partijen ons voorhouden als geestelijke waarden, zijn eigenlijk niets anders dan het decor waartussen de techniek zich ontwikkelt” (102).
Voor christenen dient de verhouding tussen doelen en middelen anders te zijn. Volgens Ellul is er voor hen geen scheiding tussen doel en middel: het handelen van christenen moet niet slechts een middel zijn tot een bepaald doel, maar moet in zichzelf het doel dragen. Niet zozeer strijden voor gerechtigheid, maar zelf rechtvaardig zijn. Niet zozeer strijden voor vrede, maar zelf vreedzaam zijn. In die houding moet een totale verwerping van onze cultuur van de middelen tot uitdrukking komen en daarmee een einde aan de ongebondenheid van de middelen aan overstijgende normen.
Christen-intellectuelen
In het vierde hoofdstuk zoomt Ellul in op de rol van christen-intellectuelen. Zij zijn geroepen om vanuit het geloof na te denken over de maatschappij, want het geloof bewerkt (als het goed is) een vernieuwing van het verstand. Dat betekent de werkelijkheid bestuderen, doorgronden en mythes ontmaskeren. Moderne mensen leven volgens Ellul “in een roes van verklaringen en een mist van feiten” (135). Als reactie op verwarring en onzekerheid zoeken ze hun toevlucht in ‘verklarende mythen’: pogingen om orde en duidelijkheid aan te brengen in een complexe wereld met onafgebroken stroom aan informatie. Wat hij op hierover schrijft is zeer actueel en toepasbaar op wat wij tegenwoordig complottheorieën zouden noemen. Ook is opvallend hoezeer hij de rol en invloed van massamedia voorzag.
Om te voorkomen dat christen-intellectuelen zichzelf verliezen in de roes van verklaringen en de mist van feiten, moeten ze de wereld proberen te begrijpen op het niveau van de naaste: “We moeten niet denken aan ‘de mens’ maar aan mijn buurman Mario” (149). Dat is niet eenvoudig, want door moderne media, technologie en de daardoor ontstane verwarring is werkelijke communicatie heel ingewikkeld – Ellul zegt zelfs: onmogelijk – geworden. Communicatie met onze naasten vereist dus ook het zoeken naar een nieuwe taal.
Moderne mensen leven volgens Ellul “in een roes van verklaringen en een mist van feiten”
Opmaat
Het boek sluit, interessant genoeg, af met een proloog en conclusie. Ellul zag dit boek namelijk als een opmaat naar uitgebreidere studies die hij nog zou gaan schrijven. Die boeken zijn er gekomen. Het oeuvre dat Ellul heeft neergezet getuigt van buitengewoon veel werk- en denkkracht. En ook van veel consistentie: de lijnen die hij uitzet in Staan in de wereld van nu, een van zijn vroegste werken, blijven terugkomen in zijn latere werk. Het is niet zonder reden dat zijn werk als profetisch wordt omschreven. Hij voorzag veel technologische en maatschappelijke ontwikkelingen. Dat uit zich in dit boek onder meer in omschrijvingen over de invloed van massamedia die nog steeds actueel zijn en waarbij je je bijna niet kunt voorstellen dat ze dateren uit de tijd voordat de televisie gemeengoed was.
Dialectisch denker
De stijl van Ellul is niet makkelijk. Niet zozeer omdat hij moeilijk schrijft (hoewel bij vlagen abstract), maar omdat zijn stijl polemisch en ponerend is en niet zozeer argumentatief. Ellul heeft sterke overtuigingen en zet die vaak wat cru neer. Bij een lezer die naar nuance zoekt, kan dat weerstand oproepen. Is het bijvoorbeeld echt zo dat techniek een volledig totalitair systeem is? En is het echt zo dat dit systeem christelijk leven of communicatie onmogelijk maakt?
Ellul wordt gezien als een ‘dialectisch’ denker: hij denkt in tegenstellingen. Ook dat bemoeilijkt het lezen van Ellul. Enerzijds kan hij stellen dat christelijk leven onmogelijk is, maar tegelijkertijd geeft hij aanzetten voor een christelijke levensstijl. Enerzijds zegt hij dat techniek autonoom en totalitair is, maar anderzijds zegt hij dat techniek begrensd moet worden. Zo zijn er meer voorbeelden te noemen. Wellicht deed Ellul dit bewust. Hij wil discussie oproepen, mensen wakker schudden. Toch denk ik dat hij door zijn stijl en soms wel erg uitgesproken standpunten ook lezers van zich heeft vervreemd. Maar het is goed dat zijn profetische stem gehoord wordt. Ik juich meer Nederlandse vertalingen van zijn werk van harte toe.
Dr. Teunis Brand is directeur van Stichting voor Christelijke Filosofie
Jacques Ellul
Staan in de wereld van nu. Uitdagingen in een postchristelijke beschaving
Opnieuw vertaald door Frank Mulder
KokBoekencentrum 2023
192 pagina’s, €20,-