Woede en het kleine goede. In gesprek met psychiater Dirk De Wachter

© Kristof Ghyselinck

Een van de kenmerken van borderline is moeite om ongepaste intense woede te beheersen. In 2012 moest Dirk de Wachter nog wat zoeken naar illustraties om aan de hand van dit kenmerk onze tijd als borderline times te kwalificeren. In 2023 heeft hij voorbeelden te over. Soφie gaat in gesprek met de Wachter over woede, borderline en het doen van het kleine goede.

Voor de enkele lezer die u niet kent: Wie is Dirk De Wachter en waarom diagnosticeert u onze tijd als borderline times?

Ik ben psychiater, psychotherapeut en werkzaam in een universitair ziekenhuis als universitair docent. Daarnaast ben ik ook systeemtherapeut en geïnteresseerd in de maatschappelijke ontwikkelingen van de psychiatrie. Vele jaren heb ik lezingen gegeven voor een groot publiek over psychiatrische problemen zoals schizofrenie of verslaving, maar heel vaak ook over borderline. Dit was toentertijd een nieuwe diagnose die meer uitleg nodig had. In deze lezingen voor een groot publiek kreeg ik altijd reacties van het publiek: “Ja, maar dokter, dit hebben wij toch ook. Dat is toch niet zo gek. Dit is toch iets dat overal voortkomt.” Daar is mijn idee ontstaan dat borderline een afspiegeling is van onze tijd en dat psychiatrische ziektes niet buiten de wereld staan, maar binnen de wereld. Die vele lezingen resulteerden in Borderline Times.

Een van de kenmerken van borderline is ongepaste intense woede of moeite deze te beheersen. Sinds de publicatie van Borderline Times is de maatschappelijke woede alleen maar toegenomen. Corona, stikstof, politiek, ze werken als een rode lap op een stier. Als 2012 al borderline times was, wat valt er dan te maken van 2023?

(Glimlachend) 2023 is nog altijd Borderline Times. Onlangs heeft de uitgever “10 jaar Borderline Times” gevierd. Het is misschien een beetje onbescheiden om te zeggen, maar ik denk dat het boek niet verouderd is. Misschien is een aantal voorbeelden wat gedateerd, maar de basisaannames van het boek zijn nog steeds juist, misschien zelfs nog duidelijker geworden. Het criterium dat u aanhaalt, onaangepaste agressie en agressie beheersing, was een aspect waar ik over twijfelde. Ik moest wat meer zoeken naar voorbeelden dan bij andere kenmerken. Maar als we nu naar de maatschappij kijken, zien we genoeg voorbeelden die dit kenmerk illustreren: de gele hesjes, de bestorming van het Capitool, noem maar op. Ook andere criteria zijn prominenter geworden. Het criterium van genderfluïditeit is veel meer in de actualiteit gekomen. Ook is het drugsgebruik in Vlaanderen steeds meer toegenomen.

Wordt de maatschappelijke woede ook opgeroepen doordat politieke en maatschappelijke processen als gevolg van globalisering en internationale regelgeving steeds ongrijpbaarder en bijna Kafkaiaans worden?

Een van de basiskenmerken van borderline, zowel op persoonlijk als maatschappelijk vlak, is splitsing. Een persoon met borderline scheidt de woede af, waardoor de woede een doel op zich wordt en zelfversterkend werkt, los van mogelijke oplossingen. Ook het beleid en de mensen die verantwoordelijk zijn voor het opstellen van regels hebben geen voeling meer met de woedende massa. Er is een splitsing ontstaan tussen deze twee groepen: de beleidsmakers en de burgers die zich niet begrepen voelen.


U leest dit artikel gratis. Geïnteresseerd geraakt?

Neem nu een jaarabonnement op Sophie of probeer eerst een proefabonnement!


Hoe kan de politiek meer invoelend zijn als veel beleid wordt gedicteerd door (noodzakelijke) internationale verdragen die soms botsen met het belang van de burger?

Er is geen simpele oplossing. Ik maak altijd weer de vergelijking met de borderline-problematiek. De eerste stap bij borderline is beseffen dat er een probleem is. Dit besef ontbreekt vaak in onze maatschappij. Politieke groeperingen beschouwen de woedende massa vaak als deplorables, een term die Hillary Clinton gebruikte voor de aanhangers van Trump. Deplorables zijn mensen die er niet toe doen, waarvan de mening als irrelevant wordt beschouwd. Door het erkennen van het probleem en het zoeken naar dialoog, kunnen we proberen de kloof te overbruggen. Dit vereist inzet van beide kanten. Als samenleving moeten we mensen die weinig invloed hebben op het beleid een stem geven. Dit kan soms gebeuren door het oprichten van een protestpartij. Iedereen schrikt daar een beetje van – ik begrijp dat ook wel – maar het kan een eerste stap zijn voor mensen die zich niet gehoord voelen om hun stem te laten horen, zodat ze het gevoel krijgen dat er naar hen wordt geluisterd. Hoelang zo’n proces zal duren, weet ik niet, omdat politiek een complex proces is dat kan verzanden in bureaucratische procedures. Een oplossing is zeker niet te vinden bij een partij die beweert alles op te lossen. Maar erkenning vormt al een eerste stap, om vervolgens de dialoog aan te gaan, geduldig te zijn en voorzichtig te handelen. Het is belangrijk om te beseffen dat er in dit leven geen ultieme oplossing bestaat; dat geldt ook voor borderline patiënten. In de psychiatrie zoeken we naar mogelijkheden en herstel, maar niet naar genezing. Voor zowel de samenleving als de patiënt geldt de vraag: “Hoe kunnen we de uitdagingen een stukje draaglijker maken?” Maar de uitdagingen kunnen nooit helemaal worden weggenomen. Dit is precies wat populisten proberen te doen wanneer ze beweren alle uitdagingen volledig te kunnen wegnemen.

Voor zowel de samenleving als de patiënt geldt de vraag: “Hoe kunnen we de uitdagingen een stukje draaglijker maken?”

Aanhangers van Trump voelen zich dus niet gehoord: ze zijn deplorables die wonen in fly-over country?

De situatie in de VS bevat ook een boodschap voor ons, omdat de splitsing in de VS ook veroorzaakt wordt door onderwijs. Je vindt daar zowel de beste universiteiten ter wereld en tegelijkertijd een basisonderwijs waardoor mensen amper aan de bak komen. We moeten in West-Europa het onderwijs bewaren, beschermen en zeer inclusief maken. Een ander belangrijk punt is de media. In de VS is de media sterk gepolariseerd. De media kan een perverse rol spelen door mensen te verdelen, tegen elkaar op te zetten en op te hitsen. Dit hebben we ook tijdens de coronapandemie ervaren. In plaats van de dialoog aan te gaan over waarom iemand zich niet wilde laten vaccineren, werden zaken opgeklopt en werden mensen tegenover elkaar geplaatst.

Hoe kan inclusie een attitude worden die écht inclusief is?
Het antwoord ligt in waarachtigheid – het oprecht blijven luisteren en belangstelling tonen, zelfs wanneer een persoon vreemde dingen vertelt. Waarachtigheid betekent niet dat je alles moet beamen wat iemand zegt, maar dat je oprecht vragen stelt. In de politiek wordt er soms oppervlakkig geluisterd, met een verborgen agenda. We moeten mensen echt willen horen, hen echt willen betrekken bij het onderwijs en het onderwijs daarop aanpassen. We moeten geen gesegregeerd onderwijssysteem zoals in de VS hebben, waar de focus ligt op de besten, waardoor een grote groep mensen niet de kansen krijgt die ze verdienen. Het moet niet autoritair top-down zijn, maar bottom-up. Door oprecht interesse te tonen en mensen met diverse achtergronden en culturen inclusie te bieden, kunnen we een echte inclusieve attitude creëren. Dit moet niet neerbuigend gebeuren, alsof deze mensen niets weten, niet geschoold zijn en de taal niet spreken, en daarom moeten wij maar iets voor hen doen. ‘Slachtofferigheid’ is schadelijk. Mensen gaan zich daarin koesteren. We moeten dat echt vermijden.

Wat zijn uw filosofische inspiratiebronnen voor uw denken over waarachtigheid?

Emmanuel Levinas heeft mij diepgaand beïnvloed. Een van zijn concepten die ik graag gebruik, is het idee van het “kleine goede.” Levinas laat zien dat hoewel structuren zoals onderwijs en sociale zekerheid belangrijk zijn, deze de individuele mens niet ontslaan van zijn hoogst individuele verantwoordelijkheid: het antwoord geven op de blik van de ander. De ander die je aankijkt en zegt: “het gaat niet goed met mij, ik heb hulp nodig.” Dat is de essentie van het bestaan. Het beantwoorden van die zorgvraag dreigt te verkruimelen in onze Westerse samenleving. We denken dat de structuren het wel zullen oplossen. We hebben sociale zekerheid en een goed geneeskundig systeem, dus de buurman redt zich wel. Levinas stelt echter dat structuren per definitie tekort schieten en zelfs dreigen te ontmenselijken. De menselijkheid komt altijd binnen via die hoogst individuele zorg van de ene persoon naar de andere. Onze westerse cultuur zet hoog in op het ego als hoogste doel. Ik moet mijzelf ontplooien, ik moet alles bereiken, ik moet, ik, ik, ik. Er is zeker iets te zeggen voor persoonlijke ontwikkeling, maar scharnierend daarnaast is de ander, het relationele en het zorgende. Dit lijkt in onze samenleving op de achtergrond te raken. Het zorgzame wordt afgedaan als wollig, halfzacht en onnozel. Al deze ideeën heb ik bij Levinas op een filosofische, complexe en soms moeilijk te begrijpen manier kunnen lezen.

Onze westerse cultuur zet hoog in op het ego als hoogste doel. Ik moet mijzelf ontplooien, ik moet alles bereiken, ik moet, ik, ik, ik

Wat opvalt in uw boeken is dat woede een katalysator is; woede zet iets in beweging. Hoewel u veel spreekt over ongepaste woede, suggereert uw werk ook dat er gepaste woede bestaat. Kunt u voorbeelden geven van gepaste woede?

Dat is een zeer goed punt. Een voorbeeld van gepaste woede is het protest van jongeren voor het klimaat. Ongepaste woede is woede die uit de hand loopt. Er is geen verband meer met het doel; het is blinde woede. Desondanks is het belangrijk dat ik als psychiater aan zo’n woedend persoon vraag: vertel me, wat maakt u woedend? Vaak zijn ze dit vergeten, maar we proberen contact te maken en te achterhalen waar de woede vandaan komt. Vaak worden de frustraties veroorzaakt door intergenerationele maatschappelijke problemen die al generaties lang opstapelen, zoals intergenerationele armoede of landbouwers die al generaties lang moeite hebben om te overleven en nu plotseling de genadeslag krijgen. Hoe kunnen we die woede een plaats geven? Niet door te zeggen dat iemand zijn mond moet houden, maar door te luisteren. Het zoeken naar zingeving en betekenis is waar het in therapie om draait en waar het ook in de maatschappij over zou moeten gaan. Veel mensen in onze “succesvolle” samenleving worden buitengesloten.

Zou u kunnen concretiseren hoe woede een constructieve bijdrage kan leveren aan het realiseren van het kleine goede?

Vanuit de psychiatrie beschouwen we elk symptoom als een onhandige poging tot verandering. Het is altijd een signaal dat er iets moet veranderen in wat vastzit. Of het nu woede of verslaving is, deze symptomen zijn onhandige manieren om te ontsnappen aan het dwingende keurslijf waarin iemand gevangen zit. De traditionele psychiatrie dempt vaak de symptomen. Woedende patiënten worden vaak gesedeerd, soms is dit onvermijdelijk, maar we moeten ook naar de context en het dwingende keurslijf luisteren. Alleen rust verkrijgen door medicatie leidt niet tot een verandering van het systeem. Een systeemtherapeut is een circulair denker. Als veel mensen een burn-out hebben, zoals nu in onze samenleving, kunnen we dit niet alleen oplossen met antidepressiva en ziekteverlof. We moeten ook iets doen aan het systeem zelf.

Sprekend over onze maatschappij: psychiaters en psychologen zoals u en Esther van Fenema zijn bestseller-auteurs geworden. Wat zegt dat over onze maatschappij? Is de psychiater de moderne priester geworden die ook af en toe een donderpreek geeft om gedragsverandering te bewerkstelligen?

(glimlachend) Dat heeft ook te maken met het feit dat er geen priesters meer zijn. Het is goed dat u Esther noemt. Wij kennen elkaar goed en vorig jaar heeft zij zelfs een politieke stap gezet. Waarom? Ik denk omdat in de psychiatrie de moeilijkheden van de zelfgenoegzame samenleving aan bod komen. Dagelijks zien wij mensen die niet meer in het systeem passen, terwijl dit systeem nog steeds niet naar hen luistert. Wij psychiaters worden door het systeem gebruikt om deze mensen met een diagnose, ziekteverlof, medicatie en therapieën aan de kant te schuiven, zodat het systeem ongehinderd kan doorgaan als een speedboot. Een aantal psychiaters geeft daarom terugkoppeling naar de maatschappij over wat al deze ziekten zeggen over het maatschappelijk systeem. Mensen vinden dat interessant, lezen het boek, maar daar blijft het bij, want TINA (There Is No Alternative). Het neoliberale kapitalistische model lijkt nog steeds het dominante maatschappijmodel te zijn waar we allemaal achteraanrennen. U wijst er subtiel op dat wij als psychiaters succes hebben met een boek dat goed verkoopt. We worden dus ook ingepast in dat egocentrische kapitalistische verkoopmodel. Maar mijn interview zal hopelijk ook uw tijdschrift beter doen verkopen. Dit is diep ironisch, maar we zitten allemaal vast in dit gedachtegoed. We kunnen er niet zomaar uitstappen, maar we kunnen in ieder geval van binnenuit kritisch zijn op de positie waarin we ons bevinden. En om de een of andere reden doen veel psychiaters dat. Dat is inderdaad een beetje vreemd.

U wijst er subtiel op dat wij als psychiaters succes hebben met een boek dat goed verkoopt. We worden dus ook ingepast in dat egocentrische kapitalistische verkoopmodel. Maar mijn interview zal hopelijk ook uw tijdschrift beter doen verkopen. Dit is diep ironisch, maar we zitten allemaal vast in dit gedachtegoed

Is de maatschappijkritische psychiater ook een product van secularisering? Vroeger was de priester maatschappijkritisch, nu is het de psychiater.

Een psychiater heeft natuurlijk geen God achter zich. De vooruitgang van de wetenschap zorgt ervoor dat sommigen denken dat we met het bestuderen en manipuleren van het brein depressies en verslavingen kunnen oplossen. Ik ben echter van mening dat dit niet het geval is. In Borderline Times is criterium negen het belangrijkste: leegte en zinloosheid. Dit heeft te maken met de secularisering van de wereld. De vooraf gegeven zingeving die het geloof en de kerk als instituut boden, is weggevallen. De grote uitdaging is om betekenis te vinden in een seculiere wereld. Daarom heb ik mijn boek ook Borderline Times genoemd; een border is een grens die we moeten overgaan. Kunnen we een zorgzame, liefdevolle en verbonden maatschappij hebben zonder God? Ik hoop dat dit mogelijk is, anders staan we er niet goed voor. Ik kom zelf uit een zeer katholieke familie, vooral aan mijn moeders kant: mijn twee ooms waren priesters. Ik behoor tot de volgende generatie mensen die op een wetenschappelijke, seculiere manier een maatschappij willen doorgeven die toch barmhartigheid en naastenliefde kan koesteren, zelfs zonder wekelijks naar de kerk te gaan. Het doorgeven van dit gedachtegoed is eigenlijk ook mijn missie.

Naastenliefde en verbinding zijn manieren om de leegte (criterium negen) uit te bannen, maar is dit voldoende?

Dat weet ik niet, maar ik denk dat het een goed begin is. Ik denk dat de mens een sociaal wezen is en dat zorgzaamheid de essentie vormt van menselijke interactie en de zin van ons bestaan. Dit wordt ook benadrukt door denkers als Heidegger en Levinas. Bij Levinas heeft dit zelfs theologische implicaties. In de blik van de ander, met name de lijdende ander, ontstaat er een barst in de totaliteit en daarin verschijnt de oneindigheid. In het beantwoorden van de noodlijdende vraag van de ander, verschijnt de goddelijkheid. Voor mij hoop ik dat dit ook kan zonder goddelijkheid.

Dit is hoe ik de essentie van de boodschap van Jezus Christus zie: niet in de hemel blijven hangen, maar zich hier op aarde te identificeren als kwetsbare en lijdende mens

U eindigt Borderline Times met een citaat van Bach: “Ich hatte viel Bekümmernis in meinem Herzen; aber deine Tröstungen erquicken meine Seele”. U opent Vertroostingen, uw nieuwste boek met ditzelfde citaat. “Deine Tröstungen” verwijst naar God. Toch maar weer even terug naar het thema van woede en boosheid: denkt u dat religie een rol kan spelen in onze omgang met woede?

Dit is hoe ik de essentie van de boodschap van Jezus Christus zie: niet in de hemel blijven hangen, maar hier op aarde zich als kwetsbare en lijdende mens te identificeren. De zorg voor de kwetsbare ander, die boodschap blijft voor mij essentieel. De goddelijkheid vind ik niet terug in de hemel, maar in de wereld te treden en van betekenis te kunnen zijn voor de ander. Dan gaat het over dat kleine goede.

Dirk De Wachter (Wilrijk, België, 1960) is psychiater, psychotherapeut, systeemtherapeut en universitair docent aan de KU Leuven. Na de besteller Borderline Times (2012) schreef hij boeken over liefde, geluk en kunst. Vertroostingen (2022), dat De Wachter schreef nadat kanker bij hem was vastgesteld, gaat over hoe we troost kunnen vinden wanneer het noodlot ons treft.