Zou de mate waarin filosofen ordelijk denken en schrijven iets te maken hebben met de mate waarin zij geloven in het bestaan van orde? En wel in die zin dat naarmate iemand sterker overtuigd is van het bestaan van orde in de werkelijkheid, hij of zij ook geneigd is om ordelijker te denken en te schrijven?
Mijn gedachten gingen bij het schrijven van dit stuk naar de Sokal-affaire. Alan Sokal is een Amerikaans hoogleraar wis- en natuurkunde. Hij schreef in 1996 een zo onbegrijpelijk mogelijk onzin-artikel (Transgressing the Boundaries: Toward a Transformative Hermeneutics of Quantum Gravity), gelardeerd met quotes van bekende postmoderne denkers. En het werd nog gepubliceerd ook – in het toonaangevende tijdschrift Social Text. Nu heb ik mij, in de tijd dat ik nog aan de academie werkzaam was, bij het lezen van menig sociaalwetenschappelijk artikel afgevraagd: ben ik nu zo dom of lees ik nonsens? Ik houd de mogelijkheid van de eerste optie open. Maar misschien zijn postmoderne denkers het wel aan zichzelf verplicht om wanordelijk te schrijven: als je afscheid hebt genomen van het geloof in orde, mag dat ook terugkomen in je wetenschappelijke werk.
Van middeleeuwse scholastieke filosofen één ding zeker: ze schreven ordelijk. Zelfs quodlibetale kwesties – die Joost Hengstmengel op pagina 36 omschrijft als kwesties waarbij “een willekeurige toehoorder een al even willekeurige vraag opwierp” – werden systematisch afgehandeld: een vraag, een ontkenning, verschillende stellingen, tegenwerpingen en een antwoord (en dan geef ik de exacte structuur nog niet eens weer).
Dat middeleeuwse filosofen ordelijk schreven is echter niet het enige waar we zeker van kunnen zijn. Dat kunnen we ook van hun geloof in het bestaan en de kenbaarheid van orde in de werkelijkheid (zie het artikel van Emanuel Rutten). Pas in de moderne tijd ontstaan er breuken in dat geloof. Het teleologische wereldbeeld waarin alles doelmatig geordend is, maakt langzaam maar zeker plaats voor een mechanisch wereldbeeld waarin slechts de orde van de natuurwetten overblijft. Spreken over normativiteit die inherent is aan de werkelijkheid wordt problematisch.
Terug naar de Middeleeuwen dus? Nee, dat hoeft niet en is ook onmogelijk. Wat ik de auteurs in deze Sophie echter zie doen, is middeleeuwse denkers behandelen als relevante gesprekspartners. Ze hebben ons iets te zeggen.
Ik mag opnieuw een nieuwe columnist welkom heten. Deze keer Christine Boshuijzen-Van Burken. Zij gaat ons vanuit het verre Australië verblijden met haar reflecties. Bij haar eerste column over oorlog moest ik denken aan een woord van Paulus uit 1 Korinthe 14 vers 33, waar hij wanorde niet tegenover orde stelt, maar tegenover – vrede.
Als laatste breng ik het lezersonderzoek onder uw aandacht (zie de aankondiging op pagina 8). Alle abonnees zijn van harte uitgenodigd om hieraan mee te doen. U helpt er ons als redactie erg mee in ons denken over het vernieuwen van Soφie.
Benieuwd naar de inhoud van deze Soφie? Klik hier voor het overzicht van de artikelen in dit nummer.