Verder lezen?
De verdere inhoud van dit artikel of deze pagina is voorbehouden aan onze abonnees (u kunt hier inloggen).
Bent u nog geen abonnee, vraagt u dan een proefnummer aan, of registreert u zich direct online voor een abonnement.
Christelijke Filosofie: Metafysica of kritische zelfreflectie?
Toen Gerben Groenewoud zijn scriptie over Bonaventura (1217 – 1274) moest verdedigen voor een aantal filosofen aan de Vrije Universiteit, kwam de eerste vraag van een geharnaste aanhanger van de Wijsbegeerte der Wetsidee: had hij zijn tijd niet beter kunnen besteden aan de uitbouw van een christelijke filosofie in plaats van aan een middeleeuwse denker? Groenewoud kreeg geen kans om de kritiek te beantwoorden; de scriptiebegeleider, prof. dr. Meijer C. Smit, greep onmiddellijk in met een hartstochtelijk betoog dat middeleeuwse filosofie juist grondige studie behoeft voor de voortgang van een christelijke filosofie. Groenewoud wil in het volgende artikel het antwoord van Smit onderbouwen. Herman Dooyeweerd, de auteur van het driedelige werk De wijsbegeerte der wetsidee, had vooral twee christelijke denkers