Neocalvinistisch verzet tegen de prestatiemaatschappij

Wat heeft de christelijke filosofie te bieden als tegenwicht tegen de homo economicus, het ideaalbeeld van onze prestatiemaatschappij? Robert van Putten maakt een rondgang langs enkele hedendaagse christelijke filosofen.

 

Een thema dat in 2018 behoorlijk lijkt doorgebroken in de landelijke nieuwsmedia is de problematiek van de prestatiemaatschappij. Al een aantal jaren neemt de aandacht ervoor toe, getuige de alsmaar groeiende literatuur over burn-out, stress en remedies als onthaasting en ontspanning. Maar meer dan in voorgaande jaren was deze thematiek dit jaar onderwerp van nieuwsberichten en reportages. En waar de documentaire De BV IK in 2010 een nog relatief zorgeloos portret gaf van twintigers en dertigers als prestatiesubjecten, is de teneur nu duidelijk anders. Zorgen om de negatieve gevolgen overheersen in de berichtgeving: stress, angst, depressie, vermoeidheid en burn-out staan centraal.

Wat is er aan de hand? We zijn terechtgekomen in een hyperactieve samenleving zonder remmen, een samenleving waarin de rust is uitgebannen ‒ dat heb ik eerder uitvoerig betoogd, onder andere in Soϕie.[1] In deze gekmakende situatie hebben we als tegenhanger dringend ontspanning nodig, zowel individueel als collectief. Voormalig Denker des Vaderlands, Marli Huijer, heeft met haar boek Ritme uit 2011 het belang van balans tussen werk en rust terecht en treffend filosofisch op de kaart gezet. De vraag die mij naar aanleiding daarvan bezighoudt is: hoe kan de christelijke filosofie hierin van betekenis zijn? Hoe kan ze bijdragen aan het hervinden van balans tussen werk en rust, aan een rustiger en ontspannen bestaan?

Tot dusver heb ik hierover vooral de twintigste-eeuwse katholieke filosoof, neothomist Josef Pieper geraadpleegd. Pieper heeft diverse essays gewijd aan het leven van de rust, in het intellectuele spoor van Augustinus en Thomas van Aquino. Bij hem treffen we een herwaardering aan van het leven van de rust, dat ik samengevat ‘contemplatieve festiviteit’ noem: rust als feest.[2] Tijdens mijn workshop hierover op de studieconferentie van 2017 van de Stichting voor Christelijke Filosofie had ik als discussiestelling dat de reformatorische wijsbegeerte en het neocalvinisme op dit terrein maar weinig te bieden hebben. Ik kon in de traditie van het neocalvinisme geen denker noemen die net als Pieper het belang van rust zo krachtig onder de aandacht bracht. Deze stelling werd in de discussie die volgde ook niet echt ontkracht. Maar klopt dit beeld ook daadwerkelijk? Valt bij de neocalvinistische traditie echt niets te halen?

 

Acitvisme

Op het eerste gezicht lijkt het een uitgemaakte zaak: neocalvinisme en rust is een contradictio in terminis. Het standaardbeeld van het neocalvinisme is immers dat van een traditie die bruist van activiteit. Abraham Kuyper heeft niet voor niets de bijnaam ‘de geweldige’ gekregen, hij staat te boek als mobilisator en emancipator van de ‘kleine luyden’ – en dat ging gepaard met een onvermoeibare inzet en organisatiedrift. Ook het motto van ‘geen duimbreed…’ is veelbetekenend: het spoort aan tot actieve christelijke handelwijze op alle maatschappelijke terreinen. Neocalvinisme wordt gemakkelijk getypeerd als een traditie van structuren en het bouwen van instituties, die naast emancipatie ook gericht is op het indammen van secularisatie. Dat alles staat in schril contrast met een rustig en op contemplatie gericht bestaan.

Van de reformatorische wijsbegeerte als filosofische stroming in de bedding van het neocalvinisme kan een vergelijkbare impressie gegeven worden. Het is een filosofische traditie waarin verantwoordelijkheid en verantwoord handelen centraal staan. Het gaat daarin om een christelijke doordenking van, met een term van Hannah Arendt, de vita activa. Het actieve leven is onderwerp van systematische doordenking. En in het filosofisch denkschema krijgt ook de praktijk van het leven voorrang op het theoretische en beschouwende. Het is ook een filosofie die zich sterk bekommert om de verdere ontsluiting van de cultuur waarin in het bijzonder de sferen van

Verder lezen?
De verdere inhoud van dit artikel of deze pagina is voorbehouden aan onze abonnees (u kunt hier inloggen).
Bent u nog geen abonnee, vraagt u dan een proefnummer aan, of registreert u zich direct online voor een abonnement.